Extra huurverhoging strijdig met privacywetten
Het plan om hurende huishoudens met een belastbaar inkomen boven de 43.000 euro een extra huurverhoging van 5% boven inflatie te geven is strijdig met wetgeving op het gebied van de privacybescherming. Dit blijkt uit een advies van het advocatenbureau Kennedy Van der Laan aan de Woonbond. De bond roept huurders daarom op bij het College Bescherming Persoonsgegevens te melden dat hun privacy wordt geschonden.
Volgens Kennedy Van der Laan is de invoering van inkomenshuren strijdig met van het recht op privacy, zoals vastgelegd in het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en de wetgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens). Tenslotte is de verstrekking van inkomensgegevens door de Belastingdienst aan verhuurders in strijd met de grondwet.
Juridisch gezien zijn er drie belangrijke bezwaren. Ten eerste ontbreekt de wettelijke grondslag voor de maatregel.
Ten tweede is er geen noodzaak om de privacy van huurders te schenden, terwijl dat een belangrijke voorwaarde is.
Ten derde worden huurders in het geheel niet betrokken of geïnformeerd, terwijl dat bij het verstrekken van dergelijke privacygevoelige informatie een absolute voorwaarde is.
De wettelijke grondslag ontbreekt
Wil de overheid het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kunnen beperken, dan moet dat een wettelijke grondslag hebben. Die wettelijke grondslag ontbreekt momenteel, omdat de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel nog moeten behandelen. Toch verstrekt de Belastingdienst al sinds februari inkomensindicaties van huurders aan verhuurders. Dat de verantwoordelijke minister de Belastingdienst op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ontheven heeft van haar geheimhoudingsplicht doet niets af het ontbreken van een wettelijke grondslag.
Geen noodzaak voor privacyschending
De Raad van State heeft in zijn advies over het wetsvoorstel benadrukt dat het kabinet moet kunnen aantonen dat de bestrijding van het scheefwonen niet of onvoldoende met andere maatregelen kan worden bestreden. Dat heeft het kabinet niet gedaan, wat volgens Kennedy Van der Laan betekent dat het wetsvoorstel de toets aan artikel 8 EVRM niet doorstaat en de huurverhogingen niet zomaar mogen worden ingevoerd. Daarnaast wijst het advocatenbureau er op dat in de bezwaarfase geen privacywaarborgen zijn ingebouwd. Omdat een huurder bij een procedure bij de huurcommissie een gedetailleerde onderbouwing moet geven van de financiële situatie van hemzelf en zijn medebewoners, is het wetsvoorstel nog steeds in strijd met artikel 8 EVRM.
Huurder niet betrokken
Een belangrijk tekortkoming bij de introductie van inkomenshuren is dat het wetsvoorstel niet regelt dat huurders voorafgaand aan de levering van privacygevoelige worden geïnformeerd (transparantiebeginsel). Dat zou moeten gebeuren bij het verstrekken van de adresgegevens door de verhuurders aan de Belastingdienst en bij het leveren van de inkomensverklaring door de Belastingdienst. Ook voorziet het wetsvoorstel niet in een mogelijkheid voor de huurder om op voorhand bezwaar te maken tegen de gegevensverstrekking. Volgens Kennedy Van der Laan is het wetsvoorstel daarom ook strijdig met artikel 33 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.