De belastingdienst heeft in 2013 in strijd met de wet de inkomensgegevens van alle huurders gebruikt voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging.
Dat is de conclusie van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) na onderzoek op verzoek van de Woon bond.
Minister Blok heeft naar aanleiding van het onderzoek van het CBP een nieuwe werkwijze in 2014 aangekondigd. Woonbonddirecteur Ronald Paping: ‘Het verzoek van de Woonbond heeft dus geleid tot concrete aanpassingen. maar de inkomensafhankelijke huurverhoging blijft een willekeurige en privacy schendende maatregel’ De Woonbond heeft voor de invoering van de ‘gluurverhoging’ herhaaldelijk aangegeven dat de wet in strijd is met de privacy wetgeving en buiten proportioneel. De politiek heeft zich hier -naar nu blijkt ten onrechte- niets van aangetrokken. Er waren adviezen nodig van twee hoge colleges (CBP en de Ombudsman) om het kabinet te bewegen maatregelen te nemen. De belastingdienst heeft naar aanleiding van het onderzoek van het CBP aangegeven in 2014 alleen nog inkomensgegevens beschikbaar te stellen voor verhuurders die van te voren kenbaar hebben gemaakt dat zij de gluurverhoging willen doorvoeren. Vorig jaar werden de gegevens van alle huurders in Nederland ‘klaargezet’. Verder krijgen huurders in april bericht van de belastingdienst als hun verhuurder voor hun woonadres een indicatie over de inkomens- gegevens heeft gekregen. Zo worden huurders geïnformeerd dat hun gegevens aan de verhuurder zijn verstrekt. Veel huurders waren hier vorig jaar niet van op de hoogte. Het CPB zal controleren in hoeverre de belastingdienst met deze voor genomen handelwijze voldoet aan de Wet bescherming persoonsgegevens.
Privacy aantasting blijft bestaan
De Woonbond is blij dat er stappen zijn gezet om de privacy van huurders beter te waarborgen, maar betreurt dat het nog steeds mogelijk is dat huurders van huurwoningen in de vrijesector of van woningen waarvoor al de maximale huurprijs wordt betaald, onterecht worden geconfronteerd met gegevensuitwisseling en een gluurverhoging. Het CBP concludeert dat in 2013 ten minste 12 procent van de woningvoorraad niet in het bestand opgenomen had mogen worden. Omdat er geen registers bestaan van geliberaliseerde huurwoningen, is het voor de belastingdienst niet mogelijk deze categorie uit te sluiten. Huurders moeten dan zelf aan de bel trekken.
Bron: Woonbondig maart 2014